Watts Goin’ On

”Watts Goin’ On behoort tot de weinige groepen, die er in geslaagd zijn zeer professionele funk te spelen zonder daarbij in de discosfeer terecht te komen. Dat komt niet in de laatste plaats door de opvallende gitaarpartijen van Peter Harbers, die vaak eerder aan U2 doen denken dan aan disco. Dat feit, gecombineerd met een prima ondergrond van bas, toetsen, drums én de fantastische stem van Betty Bish maakt elk optreden van WGO tot een unieke gebeurtenis!”

Dit schrijft programmeur Peter Clement van KRO’s Rocktempel, maart 1983, in het programmaboekje voor de Groepenpresentatie in de Enschedese Veenstra-hallen. Het populaire radioprogramma is in het hele land op zoek naar talent en uiteindelijk komen dan tien uitverkoren groepen met hun beste nummer op de Rocktempel verzamelelpee, die in 1983 wordt uitgebracht. Watts Goin’ On schopt het heel ver: de A- kant van de Rocktempel elpee opent met hun nummer ‘Boy’. Een ereplaats dus.

Grols-Lichtenvoordse chemie
Peter Harbers en Henry Wolters kennen elkaar van het Marianum. Ze hebben al eens wat muzikaal gejammed en dat smaakt naar meer. Henry vraagt Jan Doppen, waarmee hij in Fragile speelde, voor de bas. Peter komt met zijn jongere broer Roel op de proppen als drummer. In de schuur van hun ouderlijk huis aan de Lichtenvoordseweg in Groenlo beginnen ze wekelijks te repeteren aan louter eigen repertoire. Deze Grols/Lichtenvoordse samenwerking blijkt helemaal te klikken. Peter heeft een paar teksten geschreven met globale akkoordenschema’s. Met de muzikale uitwerking zit het al snel snor: kippenvel! De vocalen ontbreken echter nog. Peter benadert Betty Bish uit Eibergen die op het Marianum al een reputatie heeft als zeer talentvolle, maar nog bandloze, zangeres. Zij is dan inmiddels veelal woonachtig in Winterswijk en belooft een keer mee te komen doen.

Betty is ook meteen verkocht als ze in de Harbers-schuur arriveert. De chemie tussen Peter’s geheel eigen jazzy gitaargeluid en de strakke melodieuze toetsenpartijen van Henry verrassen haar aangenaam. De funk uit de eigenwijze ritmesectie van de jonge Roel en de zakelijke Jan sluit hier naadloos bij aan. What’s goin’ on? De zangeres blijft! Peter komt met die naam op de proppen. Jan vindt het wat te gewoon maar het bekt toch wel lekker. Een compromis: er wordt wat aan de schrijfwijze gesleuteld en met een funky kommaatje ontstaat Watts Goin’ On. Alles klopt en de ambitie is enorm. De groep repeteert elke zaterdag keihard. Honderden keren worden riffs, breaks en andere kunstjes geperfectioneerd. Betty zingt de sterren van de hemel en met de ‘luie’ koortjes van het duo Wolters/Doppen en Roels pittige drumwerk ontwikkelt zich nog meer een eigen bandgeluid.

Het compleet eigen repertoire vordert langzaam maar gestaag. Uiteindelijk staan bijna 20 nummers op de setlist! Helemaal dol van het wekelijkse oefenhokgebeul presenteert WGO zich op 29 mei 1982 voor het eerst aan het publiek in de Möllenkoare in Lichtenvoorde. Samen met de groep Snow beleeft WGO daar haar première voor ruim 400 man publiek. De reacties zijn super en het hele optreden is op zwart-wit video vastgelegd door de organisatie. Al snel volgen succesvolle optredens in Zieuwent (De Timp en Paaspop), Aalten (Schiller), Groenlo (De Pauw en Marianum), Borculo (Berkelpop) en andere plaatsen. Peter houdt het kasboek zorgvuldig bij. Met het batige saldo wordt voor het optreden bij Schiller in Aalten een blits decor ontworpen door Vic Hulshof (kosten fl. 413,50). Transparant plastic voorzien van feloranje fluorescerende banen waarop blacklights hun werk moeten doen.

Het broodnodige showelement wordt nog versterkt met een incidentele glitterbroek, afgeknipte T-shirts en sporadische choreografische pasjes van Betty en Peter. Het instrumentale intro van de show eindigt op het hoogtepunt regelmatig met een ‘Pyroflash’-vuurwerkknal. De opgestuurde demo naar KRO’s Rocktempel mist zijn uitwerking niet. Een uitnodiging voor een optreden in De Vrije Vloer te Utrecht met live radio-uitzending op Hilversum 3 volgt.

Paradiso
Presentator, diskjockey en Rocktempel-goeroe Vincent van Engelen is zeer enthousiast over WGO. Hij rept in zijn uitzending over “een heel klein meisje, drie turven hoog met een fantastische stem.” Deze pr levert meer optredens op o.a. in Hengelo (HTS), Enschede (De Kokerjuffer) en Nijmegen. Via een kennis regelt Peter als slagroom op de taart een voorprogramma-optreden in het Walhalla van de Nederlandse Pop: Paradiso in Amsterdam. Barrelhouse is weliswaar de hoofdact, maar voor ruim 1100 man levert WGO een gedenkwaardig visitekaartje af. De echte doorbraak blijft echter uit.

Links en rechts staat de groep op het affiche. De motivatie om te blijven repeteren neemt steeds meer af en de onderlinge verhoudingen staan vaker op scherp. Een uitnodiging om op de Zomerfeesten in Hengevelde het voorprogramma van Vandenberg te doen kan licht brengen. Als alles daar al in gereedheid is gebracht, de soundcheck is gedaan en een overvolle tent met 1500 man wacht op het voorprogramma, volgt een noodlottig telefoontje. Betty komt niet optreden wegens ziekte. De teleurstelling is enorm. De sfeer in de band bereikt een dieptepunt. Organisator Jan Eijsink van de Zomerfeesten toont desondanks begrip en betaalt, uit een totaal met geld gevulde kofferbak van een Opel Manta, de afgesproken gage. Betty Bish kan de batterij echter niet meer opladen en zij wordt vervangen door zanger Anton Kolkman die zelfs zijn sax in de strijd gooit. Ook Peter kampt steeds vaker met gezondheidsproblemen.

Rocktempel wil een interview en Anton laat Nederland daarin weten dat hij het met WGO helemaal ziet zitten. Op een feest in Otterlo maakt hij zijn debuut vol enthousiasme maar de echte WGO-sound lijkt met Betty’s vertrek verdwenen. Het laatste kunstje van WGO verloopt desastreus. In een spiegeltent op het Amsterdamse museumplein valt bassist Jan notabene tijdens de show, na een hele middag flink stappen in De Jordaan, dwars door Roels drumstel. De koek is helemaal op en de chemie helemaal verdwenen.

Deel deze pagina: