De Gracht

Als ze zo samen zijn, voelt het niet meer alsof ze De Gracht zijn. Wat overgebleven is na al die jaren samen on tour, is een diepe vriendschap. Vooral tussen de mannen van het eerste uur: Tim Ebbers, Onno Zijdel, William Jansen, Ernesto Oosthuizen en Dirk Grooten. Vrienden met een passie voor muziek, de één nog meer dan de ander.

Ooit streefden ze dezelfde doelen na, ze wilden doorbreken bij het grote publiek en het leven van een muzikant leiden. Het kwam er niet van. Sommige van hen zijn nu vader, werken en spelen covers in kroegen, anderen zoeken nog steeds een serieuze weg in de muziek. Ze hebben een intense band die altijd blijft en wordt gesterkt door vele mooie herinneringen. En ze laten een lading nummers na die nog steeds in de hoofden van de oude fans worden gedraaid. Op bijzondere avonden, bij de kerstboom of tijdens een jaarwisseling, draaien de muzikanten de cd van hun gezamenlijke geschiedenis nog wel eens. Een paar biertjes erbij, dan komen de mooie verhalen vanzelf. Begonnen in 1991 met een toevallige ontmoeting, gestopt in 2003 als beste vrienden. Met een lach en zonder tranen, want de band die net niet doorbrak, is nooit blijven hangen in frustraties en pijn. Het verhaal van De Gracht.

Een toevallige ontmoeting
Discotheek de Pauw, op zomaar een stapavond in 1989. William Jansen hangt aan de bar met zijn vrienden. Hij ziet Onno Zijdel binnenkomen, het broertje van een vriend van hem. Dat schijnt een muzikale jongen te zijn. Jansen speelt al langer met het idee om een bandje op te richten. Hij heeft net zijn trompet de deur uitgedaan en een basgitaar gekocht. “William kwam naar me toe en vroeg: “Jij speelt toch gitaar?” Hij stelt voor om een band te beginnen. “Ik kende hem van het Marianum.” Het wordt later en De Pauw stroomt vol. Tim Ebbers wandelt binnen. Jansen kent hem vaag, maar weet: ik heb mijn zanger gevonden. Ze zeggen allemaal ja, maar William is zijn voorstel de volgende dag vergeten en onderneemt geen actie. Onno Zijdel wel, die ziet er wat in, pakt de telefoon en maakt een rondje. De muzikanten zijn nog steeds enthousiast. Joery Analbers, niet muzikaal, maar wel net zo enthousiast, wordt manager, zijn vader Jan bedenkt de naam (zo Grols mogelijk) en De Gracht is geboren.

“Ik was blij dat Onno zoveel discipline had om te bellen, anders was het er niet van gekomen”, zegt Jansen nu. Colin Wielakker meldt zich achter de drums en Noud Broshuis, later vervangen door Ernesto Oosthuizen wordt toetsenist. “Het was in de tijd van de grote fuiven en feesten. Het sprak zich snel rond dat we een bandje waren begonnen en covers speelden. Voor we het wisten, stonden we op het podium”, zegt Ebbers. Iets te snel wat Jansen betreft, die nog maar twee weken basgitaar speelt, maar het gaat goed en dit beginnende succes smaakt naar meer. “Al snel stelden we onszelf de vraag of we door wilden gaan als feestband of dat we verder wilden komen met eigen nummers. We gingen voor het laatste”, zegt de bassist. Wielakker besluit na drie repetities dat het hem te snel gaat en wordt vervangen door Dirk Grooten. De drumkruk wordt nog wat later ingenomen door Roel Harbers. De Gracht is binnen een paar maanden beroemd in Groenlo en de kroegen zitten vol als Ebbers en co komen. “We hadden allemaal een andere vriendengroep, dus we kregen meteen al redelijk wat publiek”, leggen ze uit.

De band zet ook de eerste voorzichtige stappen buiten de Grolse gracht, maar daar loopt het nog lang niet storm. De covers worden in de jaren daarna steeds vaker afgewisseld met eigen nummers en De Gracht werkt verder aan een steeds mooier toekomstbeeld. Het eerste eigen nummer is ‘Ik ga door’, gemaakt door Onno Zijdel, toen hij nog maar twaalf jaar oud was. “De tekst sloeg nergens op en was veel te simpel. Daarom heeft Mark Ebbers, de broer van Tim, ‘m later aangepast, maar de muziek bleef wel overeind.” Zo gaat het ook met de volgende nummers. Zijdel hoort een melodie in zijn hoofd en pakt de teksten van Mark Ebbers erbij.

Het succes begint
Langzaamaan worden de kermistenten groter en voller en de optredens breiden zich in de jaren negentig steeds meer uit over de regio en zelfs daarbuiten. Het geluid van De Gracht wordt eigener en beter. Al zeggen critici dat de band te veel lijkt op De Dijk, in de Achterhoek wil niemand daar van weten. De Gracht is De Gracht en Ebbers is allesbehalve een kloon van Huub van der Lubbe. Iedereen gelooft erin: Groenlo heeft goud in handen met deze popgroep.

In 1996 wordt de cd ‘Bevroren jaren’ in eigen beheer uitgebracht. De lancering wordt in een volle ABTB-hal gevierd en tweeduizend cd’s worden verkocht. De nummers worden grijs gedraaid in de kroegen in de regio. Stap bar De Blitz binnen en je hoort De Gracht en iedereen zingt mee. De jongens willen meer en dromen van een doorbraak bij het grote publiek. Inmiddels is de groep uitgebreid met twee blazers, Albert Leusink op trompet, later vervangen door Berry Kransen en Christian Wopereis op saxofoon. Het is niet de glamour die de muzikanten naar de grote podia trekt. “Het publiek in vervoering brengen en een hard of in ieder geval gemeend applaus ontvangen, daar gaat het ons om.” Ze dromen van mooie optredens, van een zaal vol westerlingen, zuiderlingen of noordelingen die de hit ‘Twee perfecte handen’ meezingen. “Hoe zou dat klinken? Anders dan in het Oosten van het land? Ik heb het me vaak afgevraagd”, zegt Jansen.

In de muziekcafés in de grote steden begint De Gracht al een bekende naam te worden. Liefhebbers komen voor de muziek en het grote talent, niet voor de flitsende optredens. Ebbers groeit wel meer en meer in zijn rol als leadzanger. In het begin had hij het er moeilijk mee om teksten te moeten roepen tussen de nummers door. “Ik wil niets moéten zeggen.” Maar uiteindelijk rollen de meest droge teksten uit zijn mond en lijkt hij toch het vermogen te hebben om het publiek overal te vermaken. En dat moet ook, de zanger is nou eenmaal de spits van de band. Hij staat het meest in de belangstelling, iets wat de overige bandleden overigens ‘helemaal prima’ vinden.

De Dijk is onder de indruk van de jongens uit Groenlo en nodigt de groep uit om in hun voorprogramma in Eindhoven te spelen. Het gaat geweldig, de zaal ontploft en de drang naar meer wordt alleen maar groter. Kranten, televisie en de radio besteden steeds meer kolommen en zendtijd aan de opkomende sterren. Ook de fanschare wordt groter. Vooral in Groenlo, Lichtenvoorde en omstreken staan vrouwen gillend en dansend voor het podium. Ebbers: “Soms voelde ik me machtig als ik boven op het podium stond en mensen zag opgaan in de muziek. Ik maakte wel contact met vrouwen in de zaal, na het optreden kwamen ze meteen naar je toe. Je hoefde niets meer te zeggen, de sneeuw was al geruimd, zeg maar. Maar ik heb nooit het gevoel gehad van: kijk ons nu eens sterren zijn. Absoluut niet zelfs! Ik heb nooit speciaal liedjes gezongen voor vrouwen in de zaal, maar ik had wel oogcontact. Dat moest ook wel, want we waren daar om het publiek te vermaken.”

Voor een entertainer is er nou eenmaal niets mooiers dan echte luisteraars. Het was in het jaar 2000 tijdens het Statenkwartierfestival in Den Haag. Ebbers zingt, ongeveer honderd mensen luisteren. De bandleden gaan op in de muziek, zien niets en niemand. Als ze opkijken is het veld vol, tweeduizend mensen zijn als het ware door een magneet getrokken naar hun klanken. Het applaus is intens, alsof het Nederlands elftal gescoord heeft in een belangrijke finale. Sprakeloos kijken de bandleden op, minuten lang staren ze naar de klappende handen, de fluitende lippen en de enthousiaste gezichten onder hen. Het kippenvel danst over hun huid. Het is een hoogtepunt dat nog weken blijft hangen. Zó voelt het dus!

De onverwachte teloorgang
Het grote succes is onderweg, de Achterhoek krijgt er naast Normaal een populaire popgroep bij. Platenmaatschappij Zomba ziet De Gracht als het gezicht van het nieuwe Nederlandstalige label. De jongens worden hot, zo luidt de belofte. Het zelfvertrouwen is groot, want de band, onder de muzikale leiding van Zijdel en Oosthuizen, staat als een huis. Niemand kan op dat moment echter bedenken dat een onhandige speling van het lot hun droom zal dwarsbomen.

Het is 1999. Tussen Michael Jackson en Madonna kan zomaar de videoclip van ‘Twee perfecte handen’ op MTV, TMF of The Box verschijnen. Met blonde Annemarie uit Groenlo in de hoofdrol, rollend op een bed, tussen glimmende satijnen lakens. De populaire VJ Fabienne nodigt hen uit bij TMF op de bank. Het succes begint te komen. Zijdel: “We zien er beroerd uit in die clip! De opnames begonnen om zeven uur ‘s morgens en wij rolden om twee uur ‘s nachts pas de kroeg uit. Niet heel slim, maar we waren soms wat te nonchalant.” Jansen beaamt dat: “Achteraf zeg ik: wat een kutclip. Maar toen hadden we er alle vertrouwen in dat het wat kon worden.”

De populariteit die de band in de Achterhoek en omstreken heeft, bereikt echter niet de rest van het land. De wildwaterbaan staat opeens stil, alsof iemand een grote rode knop heeft ingedrukt: stop. “Het was heel raar, opeens breidde de vlek zich niet meer uit. Het had ook met chauvinisme te maken, we waren bezit van Groenlo geworden. Succes is leuk, als je maar niet te ver komt, want dan ben je al snel arrogant”, zegt Ebbers. En Zijdel: “Als we op de radio waren en normaal Nederlands spraken, kregen we commentaar: praat toch niet zo raar. Raar? Ik praat nooit plat. We zijn altijd onszelf gebleven.” En juist dat, leggen ze uit, heeft de band in de weg gezeten. Vooral aan de andere kant van het land, waar een grote bek meer werk doet dan een prachtig lied. De Achterhoekers, nuchter, bescheiden en op de achtergrond, hebben geen grote mond en vallen daardoor niet genoeg op. “Andere bands deden heel popie jopie tegen elkaar. Iedereen kende elkaar zogenaamd, maar daar deden wij dus niet aan mee. Wat dat betreft is het muziekwereldje hypocriet en bekrompen”, vinden ze.

Natuurlijk, ze hebben de discussie samen vaak gevoerd: moeten we het anders doen? Moeten we een grote bek opzetten en meeslijmen met de rest? Moeten we ons anders presenteren? De uitkomst van het debat is steeds hetzelfde: De Gracht blijft geloven in de eigen muziek en de eigen kracht. Het is heel gemakkelijk om een simpel plaatje te maken waar honderd keer ‘I love you’ in voorkomt, maar dat is niet waar de muzikanten van dromen.

Een anekdote
De Gracht doet mee aan een wedstrijd in Hilversum. De jury meldt de jongens achter de schermen, dat ze de beste groep zijn, maar niet winnen. De reden? De belabberde outfit van zanger Ebbers. Bij de prijsuitreiking sneert een jurylid: “Omdat Zeeman vijftig jaar bestaat, wil dat niet zeggen dat je al je shirts daar moet kopen!” Ebbers staat er bedremmeld bij, in zijn blauw-geel geruite blouse. De beste muziek, maar niet hip genoeg, niet stoer genoeg en niet apart genoeg…

De Gracht wordt met alle mogelijke moeite in de markt gezet. Maar dan gebeurt er iets onvoorziens. Door een personele wisseling bij de platenmaatschappij ligt de promotie van De Gracht twee weken stil. De mannen die blind in de Grollenaren geloven, vertrekken bij Zomba. De band die zo belangrijk had moeten worden, wordt nonchalant aan de kant geschoven. Zomaar, totaal onverwacht, vallen er diepe gaten in de weg naar het succes. De videoclip wordt op TMF slechts tien keer uitgezonden, bij die andere muziekzender The Box veel vaker, maar daar kijkt niemand naar. De radiozenders zwijgen De Gracht pijnlijk dood. Zijdel: “We kwamen tegelijk op met Bløf. Er was nog weinig Nederlandstalige muziek in die tijd en eigenlijk was er maar ruimte voor één nieuwe band. Wij kwamen er na die twee weken niet meer tussen. Onze kans was verspeeld, zo snel ging dat.” Hun nummer ‘Twee perfecte handen’ blijft steken op de 102e plek in de hitlijsten en de klanken van De Gracht over de grenzen van de Achterhoek sterven langzaam weg. In 2000 wordt de cd De Vogelstraat uitgebracht door de platenmaatschappij. Weer worden er tweeduizend exemplaren verkocht. Alleen dit keer voelt dat aantal een stuk minder dan bij de eerste cd.

“We wisten al: dit wordt ‘m niet meer”, zegt Jansen. Zijdel voegt toe: “We hadden de naam het mislukte projectje van Zomba te zijn. We hebben het nog met twee singles geprobeerd, maar die zijn niet eens uitgebracht. Het was een contractuele verplichting.” En juist Bløf bereikt in die periode met ‘Liefs uit Londen’ de hoogste notering in de hitlijst... De Gracht keert teleurgesteld terug naar huis.

De verkering gaat uit
De Gracht gaat na de mislukking verder, maar de motivatie wordt minder. Een strak schema is nooit het sterkste punt geweest van de bandleden. Als ze om vier uur in Utrecht moeten zijn voor een optreden met Bløf, rijdt de groep om drie uur weg, nog brak van de vorige avond. Inmiddels komen de bandleden ook op de repetities niet meer op tijd. De passie sijpelt weg, het magische doel is voorbij gegleden. Allemaal weten ze dat het einde in zicht is en de gracht langzaam opdroogt. “Gebrek aan motivatie is de reden dat we uiteindelijk gestopt zijn”, zegt Jansen. Ebbers vult aan: “We waren toch teleurgesteld en geloofden niet meer in mooie verhalen. We wisten dat het er niet meer in zat en dat het weer net zou worden als in het begin, maar dan met een omgekeerd verwachtingspatroon.” Achteraf zeggen ze: die twee weken dat de promotie stil lag, heeft ons de kop gekost. Het was het keerpunt van De Gracht, het begin van het einde. Maar ze beseffen ook dat niets zeker is, want wat als ‘Twee perfecte handen’ wel een hit was geworden? Dan nóg zou de band een eendagsvlieg zijn geweest. Dan zou het gebrek aan een ‘grote bek’ en hun nonchalance alsnog het succes in de weg zitten.

Zijdel en Oosthuizen besluiten met een bezwaard gevoel het einde van een tijdperk in te luiden. Er wordt een vergadering belegd in café Kras, het is ergens in 2003. Met pijn in het hart nemen ze plaats aan de stamtafel, hun band voelt als een lange verkering en die gooi je niet zomaar weg. “Diep in mijn hart wist ik dat ik wilde stoppen, maar we waren zo verklonken aan elkaar dat het heel moeilijk was. Je wilt de anderen geen pijn doen”, legt Zijdel uit. Maar de anderen reageren vol begrip, ze voelen het aankomen. “Het was geen schok, alleen moest iemand de beslissing nemen”, zegt Ebbers, die tegenwoordig met Dirk Grooten en Jansen covers speelt in kroegen en op feestjes. Na een uurtje is de vergadering voorbij, opgelucht en verdrietig scheiden hun muzikale wegen. De Gracht is uit elkaar…

Vragend naar de hoogtepunten zijn de heren het met elkaar eens: de periode ‘Twee perfecte handen’. Ze stonden in diverse radio- en tv-programma’s: Fox-kids, De Heeren van Amstel live, TMF Made in Holland, Spijkers met koppen, AVRO’s muziekmozaïek, BNN Live, Jos Brink’s middagshow, etc. Toch niet de minste programma’s. “Bij de Heeren van Amstel nog gesproken met Katja Schuurmans die daar was, woooow”, weten ze zich allemaal nog te herinneren. Wat ze ook met elkaar eens zijn is het feit, dat ze het toch wel betreuren dat er nu niets meer gebeurt met de laatste nieuwe nummers. “Ik ben er van overtuigd dat de mooiste nummers er nog liggen...”

Deel deze pagina: